Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Naar het getal der dagen, in welke gij dat land verspied hebt, veertig dagen, elken dag voor elk jaar, zult gij uw [43]ongerechtigheden dragen, [44]veertig jaren, en gij zult gewaar worden [45]Mijn afbreking. 43. Dat is, de straf uwer ongerechtigheden. Zie Gen.4:13. 44. Zijnde er onder begrepen de tijd, die nu voorbij was, sedert zij uit Egypte getogen waren. Zie boven, vs.33. 45. Dit kan men verstaan ten aanzien van God, die om hun langdurige wederspannigheid van hen zou wijken, of ten aanzien van het volk, dat, van God afwijkende, dezelfde straf verdiend had.